Dit deel van de koningslijst bevat de namen van alle nu bekende vorsten van de Late Periode.
Tijdens de bloeiperiode van de 26ste dynastie floreerde de landbouw, de economie en de handel met de Grieken en de Feniciërs in de Levant. Tegelijk werden de grenzen bewaakt uit angst voor nieuwe conflicten vanuit Assyrië, met stammen in het huidige Iran en Irak, met de Libiërs in het westen en de Nubiërs in het zuiden. Het waren uiteindelijk de Perzen die een einde maakten aan de 26ste dynastie en dus de Derde Tussenperiode. Zo begon de Late Periode.
De Perzische vorst Kambises II, de zoon van Cyrus de Grote, versloeg in 525 v.Chr. het Egyptische leger in de slag bij Pelusium en nam Psamtjek III gevangen. Hij probeerde niet als een buitenlandse overheerser te regeren maar als een Egyptische farao en respecteerde het traditionele Egyptische geloof. Na zijn dood in 522 v.Chr. brak er toch een opstand uit, maar zijn opvolger Darius I wist die rond 518 v.Chr. de kop in te drukken. Hij zette het beleid van Kambises II voort en onder zijn bewind werden er vele Egyptisch tempels gebouwd of gerestaureerd.
Zijn opvolger Xerxes I had minder respect voor het traditionele geloof. Hij besefte wel dat hij de wijze waarop de Egyptenaren hun economie, de administratie en het rechtssysteem hadden ingericht zoveel mogelijk intact moest houden. Tegelijkertijd wilde hij ook de controle houden en ervoor zorgen dat de Egyptenaren niet toekwamen aan eventuele opstanden. Daartoe paste hij een strategie toe die door de Perzen meer werd gebruikt bij de door hen overwonnen volkeren. Egypte werd een Perzische provincie, een satrapie genaamd. De Egyptenaren werden tewerkgesteld bij grote bouwprojecten in Perzië, bij de Bittermeren en bij de Rode Zee. En het Egyptische leger werd in dienst van de Perzen ingezet bij de oorlogen tegen de Grieken.
Zo was er geen sprake van onderdrukking, maar wel van stevige controle. Van integratie tussen de Egyptenaren en de aanwezige Perzen was niet of nauwelijks sprake en gedurende de 27ste dynastie waren er diverse opstanden. Zo leidde Amirtaeus van Saïs al vanaf 411 v.Chr. een opstand tegen de Perzische vorst Darius II. Na zijn dood riep Amirtaeus zichzelf uit tot heerser en werd daarmee de enige farao van de 28ste dynastie. Hij riep de onafhankelijkheid uit van Egypte en deze zou voortduren tot het einde van de 30ste dynastie.
De zoon van Darius II, Artaxerxes II, had ondertussen andere interne problemen die nog belangrijker waren dan een afvallige provincie, zoals de strijd tegen de Spartanen en zijn eigen broer Cyrus. Pas in 373 v.Chr. probeerde zijn legerleider Pharnabazus II Egypte in te nemen met een troepenmacht van zo’n 200.000 man. Hij werd echter verslagen door farao en generaal Nachtnebef, ook bekend als Nectanebo I.
Artaxerxes II werd opgevolgd door zijn zoon Artaxerxes III. Die wist uiteindelijk, na diverse veldtochten tussen 351 en 342 v.Chr., Egypte te veroveren op farao Nachthorheb, ook bekend als Nectanebo II. Die laatste vluchtte naar Ethiopië en zo eindigde het oude dynastische Egypte en begon de tweede Perzische overheersing.
Artaxerxes III was minder coulant dan zijn voorgangers en onder zijn bewind werden vele tempels geplunderd. Dat zorgde, samen met slecht beleid en leiderschap, voor onrusten en uiteindelijk in 338 v.Chr. tot een opstand geleid door Khabash uit Saïs. Die opstand was uiteindelijk niet succesvol, hoewel hij zich wel uitriep tot farao. Maar hij zal slechts de controle hebben gehad over een klein deel van Egypte.
Kort gezegd is de Late Tijd een onrustige periode met veel gewelddadige machtswisselingen, zowel extern als intern. Kijkend naar de culturele ontwikkeling in deze periode zien we dat de Egyptenaren zoveel mogelijk vasthielden aan de oude tradities. Daar tegenover stond een ontwikkeling in gebruik van nieuwe materialen en iconografie die resulteerden in opmerkelijke beelden en beeldhouwwerken. Familiebanden bleven sterk: generaties van families van soms honderden jaren werden bijgezet in dezelfde graven. Lokale goden werden meer dan ooit geëerd, waarschijnlijk het indirecte gevolg van de politieke verdeeldheid die al heerste vanaf het Nieuwe Rijk. De zoektocht van de gewone Egyptenaar naar Maät: orde, waardigheid en gerechtigheid, was niet nieuw maar kreeg in de Late Tijd veel meer betekenis. Lees meer over Maat op onze website www.kemet.nl
Er is zeker een afname van de oude cultuur in deze periode te zien. Maar de kracht van de Egyptenaren is dat ze, ondanks alle onrusten, machtswisselingen en overheersingen, toch hun culturele leven en spiritualiteit wisten te behouden.
Verklaring symbolen:
– (Q) = vrouwelijke vorst
– (C) = co regentschap
– ? = naam of jaartal onbekend
– […] = deel van de naam onbekend
Late periode.
27ste – 31ste dynastie: 525 – 332 v.Chr.
27ste dynastie: 525 – 359 v.Chr.
Eerste Perzische overheersing.
Troonnaam | Geboortenaam | Regeer- periode | Regerings- jaren |
Mesoetira | Kambises II | 525-522 | 3 |
Setoetra | Darius I | 521-486 | 35 |
? | Xerxes I | 486-465 | 21 |
? | Artaxerxes | 465-424 | 41 |
? | Xerxes II | 424-423 | 1 |
? | Darius II | 423-405 | 18 |
? | Artaxerxes II | 405-359 | 46 |
28ste dynastie: 404 – 399 v.Chr.
Troonnaam | Geboortenaam | Regeer- periode | Regerings- jaren |
? | Amirtaeus | 404-399 | 5 |
29ste dynastie: 399 – 380 v.Chr.
Troonnaam | Geboortenaam | Regeer- periode | Regerings- jaren |
Baënra-Merinetjeroe | Nefaroed I | 399-393 | 6 |
Osermaätra-Setpenptah | Pasjerenmoet | 393-392 | 1 |
Chnemmaätra | Hagar | 393-380 | 13 |
? | Nefaroed II | 380-380 | 1 |
30ste dynastie: 380 – 339 v.Chr.
Troonnaam | Geboortenaam | Regeer- periode | Regerings- jaren |
Cheperkara | Nachtnebef | 380-362 | 18 |
Irimaätenra | Djedhor | 362-360 | 2 |
Senedjemibra-Setepeninheret | Nachthorheb | 360-342 | 18 |
31ste dynastie: 342 – 332 v.Chr.
Tweede Perzische overheersing.
Troonnaam | Geboortenaam | Regeer-periode | Regerings-jaren |
Artaxerxes III Ochos | 342-338 | 5 | |
Arses | 338-336 | 2 | |
Darius III | 335-332 | 3 |